School en werk zijn weer begonnen, de stad bruist, raast en toetert in de spits. Over het water zie ik de oneindige stroom fietsers zich door de Sarphatistraat naar werk, school of crèche haasten. In de verte hoor ik de twee seriema's (dat zijn grijsgevederde loopvogels), in Artis hun dagelijkse duetje gillen. De vakantietijd is echt voorbij.
Wat leek de drukte van het Amsterdamse bestaan ver weg, toen ik twee weken geleden zittend op een gammel ijzeren stoeltje aan het eind van een trouwfeest van twee van mijn familieleden de zon zag opkomen boven een buitenwijk van Fortaleza en de geur van deze ontwakende metropool opsnoof. Het liedje van Chico Buarque "Eu faço samba e amor até mais tarde, e tenho muito sono demanhã, escuto a correria da cidade que alarde e apressa o dia de amanhã..." neuride door mijn hoofd. Die ontsnapping aan de dagelijkse hectiek was maar heel kort. Ik ben weer thuis. Nieuwsberichten twitteren met seconden tussenpozen op mijn beeldscherm. De lijsten ongelezen emails, uitgeprinte papieren in stapels, mijn beker met lauwe automaatkoffie, het monotone maar ontwikkelingsbeleidrelevante geprevel van collega's aan de koffietafel, alles dwingt me de werkelijkheid onder ogen te zien. Het werkseizoen is weer begonnen...